Geschiedenis 

De oudste archeologische vondsten in Costa Rica behoren tot de prehistorische Cloviscultuur en zijn ongeveer 13.000 jaar oud. Voordat de Europeanen in Costa Rica arriveerden behoorden de meeste inwoners tot de Chibcha-cultuur waarin de Chorotega de dominante bevolkingsgroep was.

In 1502 arriveerde Christopher Columbus in de baai van Cariari en noemde het land "Rijke Kust" (Costa Rica) vanwege alle gouden voorwerpen die de lokale Indianen hem schonken. Door al dit goud werd het land in de 16de eeuw veroverd door de Spanjaarden, maar ze kwamen er al snel achter dat er niet veel goud te vinden was. 

In 1821 werd het land deel van het onafhankelijke Mexicaanse Rijk, maar 2 jaar later scheidde het zich af om met andere Centraal-Amerikaanse landen de Verenigde Staten van Centraal-Amerika te vormen. In 1840 viel dit uiteen en in 1899 vonden de eerste democratische verkiezingen plaats.

Sindsdien heeft er twee keer politiek geweld plaats gevonden, wat erg weinig is vergeleken met omliggende landen. In 1948 was er een kleine burgeroorlog na een omstreden verkiezingsuitslag. De oorlog werd gewonnen door José Figueres Ferrer, die meteen besloot het leger af te schaffen en een nieuwe grondwet op te stellen. Vanaf dat moment heeft er eigenlijk nooit meer geweld plaats gevonden en is het een van de welvarendste landen van Latijns-Amerika geworden. Costa Rica staat daarom ook wel bekend als "het Zwitserland van Centraal-Amerika".